Niels en ik lopen door de straten van Valladolid. Een witte waas van zonnebrandcrème beschermt onze gezichten. Ik draag de rugzak die we hebben volgestopt met de camera en toebehoren. Anderhalve liter water maakt mijn tas er niet lichter op. Vroeg opstaan was niet moeilijk. Ik verheug me op wat ik te zien ga krijgen. We bezoeken vandaag namelijk één van de zeven nieuwe wereldwonderen: Chichén Itzá. De waarschuwingen over het gebrek aan schaduw en het grote aantal toerbussen dat hier dagelijks opduikt, nemen we ter harte. Om de ergste hitte voor te zijn en de grote massa toeristen te ontlopen, vertrekken we vroeg.

Listo, amigo?
Rond 07:00 strijken we neer op de plekken direct achter de chauffeur van het taxibusje. We draaien ons om en groeten het stel dat achter ons zit. Ze zijn gisteravond laat in Valladolid aangekomen en vragen ons naar onze ervaringen met de stad. Vol enthousiasme vertellen we over de walking tour, de lichtshow bij het klooster en de lekkernijen van de markt. Ook komt ons plan aan bod om te reizen totdat het geld op is.
De tijd vliegt al kletsend voorbij, maar een half uur later is ons busje nog niet van zijn plek. We zijn niet de enigen die ongerust raken. Op deze manier zullen we namelijk niet als een van de eersten bij de ingang arriveren. Niels vraagt aan de chauffeur: Listo, amigo? (klaar om te gaan, vriend?). De chauffeur mag van zijn baas de motor pas starten als alle zitplaatsen bezet zijn, want dan wordt er geld verdiend. Geduld is een schone zaak. Alsof onze wens in vervulling gaat, duurt het maar enkele minuten langer tot we kunnen gaan. Vamos!

Kukulcán
Ongeveer een uur later betreden we een immens grasveld. In het midden staat de gigantische piramide van Kukulcán, waaraan Chichén haar status als wereldwonder dankt. Elk van de vier zijden telt 91 traptreden. Samen met de laatste trede van het platform op de top, is het totaal aantal treden van de piramide gelijk aan het aantal dagen in een jaar. Dit is geen toeval. De Maya hadden grote interesse in astronomie. We zijn vol bewondering van zoveel vernuft en leggen het bouwwerk dan ook zo veel mogelijk op de gevoelige plaat vast.






Klap, klap, klap. Wat knap!
Inmiddels arriveren de eerste groepen toeristen. Een gids staat in het midden van een van de zijden van de piramide. Hij klapt in zijn handen, waarna de anderen naast hem zijn voorbeeld volgen. Wij zijn net zo verrast als de leden van de groep. Het geluid van de klap weerkaatst en vervolgens galmt het getjilp van een vogel over de vlakte. De akoestiek is werkelijk fenomenaal. Het geluid blijkt op de roep van een quetzal te lijken. De quetzal is een sierlijke vogel met een lange staart die belangrijk was voor de Maya. Vandaag de dag is de vogel het bekendst als nationale symbool van Guatemala, waar ze ook de munteenheid naar de vogel vernoemd hebben.
Snuisterijen
Terwijl we het terrein verder verkennen, zijn meer en meer verkopers bezig hun stalletje in te richten. Ze hebben kratten vol met koopwaar met steekwagentjes het terrein opgereden. Elke dag moeten alle spulletjes het terrein ook weer verlaten. Voor onze neus speelt zich een dagelijks ritueel af: het opbouwen van de kraampjes. Een koopman haalt voorzichtig zijn maskers en beeldjes uit het krantenpapier. De armbandjes legt hij een voor een netjes op een rijtje.
Onze backpacks zitten al zo vol, dat er geen plek is voor snuisterijen. De verkooppraatjes zijn dus aan dovemansoren gericht. We laten ons zelfs niet verleiden een kettinkje of armbandje te kopen, dat volgens de verkoper niet in de tas hoeft, omdat we het op ons lijf kunnen dragen. Hij heeft weliswaar gelijk, maar we bedanken vriendelijk.


De zon, de sterren en de maan
We komen het stel uit het taxibusje weer tegen bij de resten van het sportveld (juego de pelota). Samen lopen we naar de cenote, waar overblijfselen van offeringen zijn gevonden. Het complex is groot en we nemen rustig de tijd alles te bekijken. Niels en ik gaan weer onze eigen gang als we de tempels van de krijgers, de groep van de 1000 kolommen en de tweede cenote in ons opnemen.
Ik ben blij als we bij het laatste open veld aankomen. Onder een boom lonkt een bankje in de schaduw. Niels kan er geen genoeg van krijgen en maakt met zijn camera een rondje langs de tempels op dit grasveld. Even uitpuffend aanschouw ik het observatorium. Hier bestudeerden de Maya de maan, de zon en de sterren. Deze informatie gebruikten ze als basis voor de landbouw en voor rituelen om de goden tevreden te stemmen.

Een reis zonder einddatum
Het stel dat achter ons zat in het busje heeft dit deel van het tempelcomplex kort na ons bereikt en is ook toe aan een korte pauze. Ze strijken neer op een bankje onder de boom tegenover me. We raken aan de praat. Ze komen uit Duitsland. Na even aarzelen wint hun nieuwsgierigheid het toch en durven ze te vragen hoe we het voor elkaar krijgen zo lang te reizen. Ze luisteren geboeid en we kletsen verder terwijl we onze weg langs de laatste bouwwerken vervolgen.
De temperatuur is langzaam maar zeker tot boven de 35 graden gestegen. Allemaal kunnen we wel wat verkoeling gebruiken. We besluiten echter de dichtbij gelegen zwemcenote over te slaan. Deze plek staat in de middag bol van de toeristen en we besluiten daarom deze plek te mijden. María, de gids van de stadswandelingen in Valladolid, heeft ons een cenote aangeraden die bij het grote publiek minder bekend is.
We besluiten met het Duitse koppel terug naar Valladolid te reizen en zetten de gesprekken voort tijdens de lunch. Als het vegetarische middagmaal wordt geserveerd, leren we eindelijk elkaars namen kennen. Kim en Richard zijn besmet met het reisvirus en hebben een korte rondreis door Mexico voor de boeg. Ondanks dat hun familie denkt dat ze in het “zeer gevaarlijke” Mexico beroofd zullen worden. Of erger.
Plons!
Nu de maag gevuld is, rest alleen nog de verkoeling. De taxirit is zeer goedkoop (€2,00 p.p.) en de chauffeur dropt ons in een piepklein plaatsje, Tekom. De cenote blijkt onder het pleintje gelegen. Een lange trap brengt ons naar een overdekte waterpoel. De mannen moeten bukken om in de gang hun hoofd niet te stoten. Het is er heerlijk rustig en een heel stuk koeler dan buiten. Eén Mexicaanse familie dobbert in het ondiepe water. Een Italiaans paar en een ander Duits stel liggen op te drogen op de steiger. Kim, Richard en ik hebben voldoende lef om van de steiger in het diepe te springen. Het levert leuke filmpjes op.


Is het een Duitser?
Terug in Valladolid gaat de zon langzaam onder. De kerk is hierdoor prachtig verlicht. Het toerisme concentreert zich rond de zócalo (het centrale plein). We installeren ons op een muurtje met uitzicht op de kerk. Over het zebrapad loopt een lange slungelige jongen op Birkenstocks. Naast hem heeft de dame haar blonde haar in een staart en ze draagt een heuptasje. Typische Duitsers, zeggen Kim en Richard. Ze leggen uit waar je een Duitser aan zou kunnen herkennen. Wanneer andere toeristen het zebrapad betreden, proberen we hun nationaliteit te raden. Wanneer ze vervolgens voorbij lopen, hopen we aan de gesproken taal te kunnen horen wie de nationaliteit goed geraden heeft.
Zoals bij velen bekend mag Niels graag foto’s maken, maar met regelmaat heeft hij ook andermans camera of telefoon in handen. Het is hem vooral een doorn in het oog wanneer een gezelschap incompleet poseert (waarbij de fotograaf van het gezelschap niet op de foto dreigt te komen). De dankbaarheid is altijd groot als hij zijn hulp aanbiedt en meestal mogen Niels en ik vervolgens ook samen op de foto. Zo staan wij nog eens samen op de foto.

Eindigen met een knal
Op steenworp afstand van de kerk vinden we een rooftopbar waar we nog wat met de Duitsers drinken als de zon volledig onder is. De dag eindigt met een knal wanneer een paar vuurpijlen ons uitzicht op de kerk opluisteren.
