Nadat we iets eerder dan gedacht in New York geland zijn, stappen we in de AirTrain. Vanuit de trein zien we in de verte het hart van de stad liggen: Manhattan. We hebben een kamer gereserveerd in een appartement in Queens, zodat we tussen Manhattan en het tennispark van Flushing Meadows verblijven. Als we aankomen op het metrostation in de buurt van onze accommodatie, worden we verrast door de ‘melting pot’ die we er aantreffen. Het lijkt erop dat onze lessen Spaans in dit deel van de stad hun frutas af zullen gaan werpen.
Toen we de juiste straat gevonden hadden, moesten we ogenschijnlijk eindeloos lang rechtdoor lopen. Are we there yet, Jet? De wandeling duurde veel langer dan het op de kaart leek. Ik vergis me er soms in dat een vingerkootje op mijn telefoonscherm toch een heel eind lopen kan zijn. Dat ik bijna 30 kilo bagage in mijn backpacks mee moest sjouwen, hielp ook niet mee.

Bienvenidos a Nueva York
Onze accommodatie lijkt van buiten wel een middeleeuws kasteeltje. We toveren de sleutels tevoorschijn uit het sleutelkastje en laten onszelf binnen. We blijken inderdaad met onze neus in de mantequilla (Spaans voor boter) te vallen, want onze host Margalie en haar man spreken vrijwel alleen Spaans. Met onze basis blijken we al een heel eind te komen. De neef van Margalie, Samuel, woont er ook en spreekt goed Engels. Hij tolkt als het wat ingewikkelder wordt, al blijkt al snel dat ons Spaans-niveau hoger ligt dan het Engels van onze host. Samuel legt ons uit dat er hele wijken in New York zijn waar geen woord Engels gewisseld wordt.
Voordat de jetlag ons te grazen neemt, doen we nog snel even boodschappen bij de dichtstbijzijnde ‘supermarkt’. Qua assortiment lijkt het meer een benzinestation, dus we halen wat makkelijks voor het avondeten en ontbijt de volgende ochtend.
We hebben voor het gehele Laybor Day weekend (vrijdag t/m maandag) tickets gekocht voor de avondwedstrijden in het Arthur Ashe stadion. De avondwedstrijden beginnen om 19:00. Zo kunnen we overdag nog een beetje de toerist uithangen. Serena Williams heeft tegen de verwachtingen in de derde ronde bereikt. Kaartjes voor haar eerste twee wedstrijden werden voor veel geld doorverkocht. Wij zijn geen grote fans van haar en hebben nog geprobeerd onze kaartjes online aan te bieden, maar zonder succes. Zelf naar het stadion mogen om een icoon in de tennissport te zien spelen, is gelukkig geen straf.

Central Park
Door de jetlag zijn we vroeg uit de veren. De wolkenkrabbers hebben vandaag maar weinig te krabben. We besluiten via Times Square naar Central Park te lopen. Hoewel het immense park niet immuun is voor de geluiden van de stad, voelt het desalniettemin als een oase van rust. De energie van de stad voelt gehaast. Maar het park wordt bezocht voor ontspanning en dat verschil voel je naarmate je de paden van het park verder verkent.
We overwegen heel even om een roeiboot te huren om op de vijver te dobberen, maar we zien ervanaf vanwege de warmte. Bovendien staat het gepiep van de roestige roeispanen, waarmee bijna alle bootjes die voorbij komen lijken te zijn uitgerust, voor ons vandaag een rustige tochtje in de weg.

Strawberry fields forever
In de schaduw van de bomen van het Strawberry Fields monument strijken we op een bankje neer. Toeristen gaan beurtelings op de foto met het zwart-witte mozaïek in het asfalt, waar de tekst ‘Imagine’ herinnert aan de “Beatles-klassieker”, op naam van John Lennon. Op de achtergrond klinkt een straatmuzikant die op zijn gitaar de ene na de andere Beatles-cover speelt en verzoekjes van voorbijgangers inwilligt.
We verlaten zijn openluchtconcert vroegtijdig en vervolgen onze wandeling. Hoewel we al een flink eind gewandeld hebben, zijn we nog niet tot halverwege Central Park geraakt. Via een andere route keren we terug naar waar we begonnen waren. Omdat we nog een lange avond voor de boeg hebben, doen we op onze kamer een powernap en eten we nog snel wat. Vol verwachting nemen we de metro naar Mets-Willets Point, waar we aansluiten in de rij tennisfans. ‘Spectacular awaits’ volgens de posters. We hebben er zin in!
