De zwarte jaguar

Disclaimer: Ga ervan uit dat links op onze website je verwijzen naar een adverteerder. Als je besluit iets te kopen, verdienen wij ook iets. We verwijzen je door naar partners of producten waar we zelf achter staan. Fijn als we jou konden helpen, en jij ons. Dankjewel. Meer informatie

De reusachtige piramide van Kukulcán in Chichén Itzá heeft ons in vervoering gebracht. De benoeming van het tempelcomplex tot wereldwonder heeft de marketing machines op volle toeren doen draaien. Wie wil er nog op een georganiseerde rondreis die een wereldwonder overslaat? Meerdere Maya-steden zouden na een bezoek aan Chichén toch nog zeker het bezoeken waard zijn. We zien het graag met eigen ogen en laten ons door een taxi naar Ek Balam, ‘Zwarte Jaguar’, brengen. Ek Balam is een kleinere Maya-stad in de buurt van Valladolid.

Mislukte oogst

De parkeerplaats van Ek Balam is slechts een fractie van die van Chichén. Er staan maar een paar auto’s. Bij de ingang worden we aangesproken door een Mexicaan. Hij vertelt dat hij boer was in het naastgelegen dorp. De afgelopen jaren was de grond echter dor en droog. De gewassen groeiden niet door het gebrek aan regen. De oogst mislukte en onvoldoende inkomsten brachten hem en zijn familie in de problemen.

Hij vertelt niet alleen over zijn eigen leven, maar ook over de Mayabevolking. Hij raadt ons aan de cenote X’Canché te bezoeken. Deze cenote ligt niet ver van de parkeerplaats en is het makkelijkst met de huurfiets te bereiken. Toevallig verhuurt hij deze fietsen, nu hij geen boer meer is. De man is alleraardigst en voorziet Niels en mij in onze dagelijkse dosis Spaans. Een goed begin van de dag. Maar voordat we eventueel naar de cenote gaan, willen we Ek Balam bezoeken.

Bij binnenkomst lopen we letterlijk tegen een muur aan. De stadsmuur beschermde de stad tegen indringers. De stenen zijn ongelijk van vorm en toch vormt het geheel een stevig bouwwerk. Archeologen ontdekte vijf verschillende ingangen om de stad te betreden. Een van de overblijfselen is een grote poort, die een van de ingangen markeert.

Stilte

Rond 600 voor Christus werd de plek voor het eerst bewoond door de Maya. De vertaling van Ek Balam uit het Maya is ‘zwarte jaguar’. Tussen 700 en 900 voor Christus kende de stad zijn hoogtepunt, met als gevolg dat er ruim 40 ruïnes bewaard zijn gebleven. Aangekomen bij de eerste overblijfselen ervaar ik vooral een oase van rust. Het geluid van de stad en van het verkeer lijkt ver weg. Slechts enkele bezoekers horen de vogels fluiten. We zoeken het hogerop en beklimmen de eerste tempel. We hebben fantastisch uitzicht op twee identieke tempels (de tweeling) en het in de verte gelegen hoogste bouwwerk ‘El Torre’, de Akropolis van Ek Balam.

Naar de top

Voordat we de steile trap van de hoogste toren beklimmen is het even slikken. Zonder naar beneden te kijken beginnen we aan de klim van de ruim 30 meter hoge tempel. De traptreden zijn niet allemaal even hoog en ook niet overal breed genoeg om je voeten goed neer te kunnen zetten. Een gids doet voor hoe je het makkelijkst de trap kunt bedwingen. Ik pas zijn tactiek toe en zigzag omhoog. Ons doorzettingsvermogen wordt beloond. Eenmaal op adem gekomen, valt ons pas op hoe diep de stad in de jungle verscholen ligt.

De tombe

Op de weg naar beneden stoppen we halverwege. Op dit plateau bevindt zich de tombe van de leider Ukit Kan Le’k To’k’. Onder zijn bewind kende Ek Balam de meeste rijkdom en werd de stad met imposante kunst verfraaid. Opluchting maakt zich van ons (met name van Niels) meester, als we weer op de begane grond teruggekeerd zijn.

Klaar voor de volgende stop

Valladolid wordt omringd door cenotes. De bekendste daarvan is sinds het Instagram-tijdperk vermoedelijk cenote Suytun. Op het juiste moment van de dag kun je daar heel even in de spotlight staan (nadat je natuurlijk eerst flink in de rij hebt gestaan). Suytun is relatief prijzig en de toegang heeft tegenwoordig een tijdslimiet van slechts één uur. Een cenote bezoeken voor het perfecte plaatje laten we liever aan anderen over.

Twee Franse meiden die ook in onze Airbnb verbleven, hebben cenote Chichikan bezocht. Ze waren er op een bepaald moment nog de enige bezoekers en ze vonden het een mooie cenote. Dat klinkt wat ons betreft stukken beter. Deze cenote ligt bovendien op de route van Valladolid naar Ek Balam. We worden bij de uitgang eerst nog door onze fietsenvriend opgewacht, maar bedanken voor een bezoek aan cenote X’Canché.

Bij de taxistandplaats zit een blanke man op leeftijd in kakikleurige outdoor-kleding in de schaduw te wachten. Een gedeelde taxi terug naar Valladolid vertrekt pas met 4 passagiers. De man blijkt een Australiër die met zijn familie naar Mexico is afgereisd voor de bruiloft van een familielid. Gisteren hadden ze met z’n allen Chichén Itzá bezocht, maar vanochtend heeft hij in zijn eentje Ek Balam bezocht. Ik praat met hem over zijn ervaringen en plannen in Mexico, terwijl Niels met de taxichauffeur onderhandelt. Ons laten afzetten bij cenote Chichikan blijkt nog niet zo eenvoudig. De chauffeur doet moeilijk en uiteindelijk geeft Niels het op.

De meeste Mexicanen deugen

Een stel komt aangelopen op zoek naar vervoer. We worden gewenkt door de taxichauffeur. Hij lijkt zijn auto te willen vullen met ons vieren en de Australiër op het bankje achter te zullen laten. Van deze manieren zijn we niet gediend. De man zit tenslotte al het langst te wachten en zou dan opnieuw op drie anderen moeten wachten. Na gesteggel over de prijs stappen we moe van de discussie met deze uitzonderlijk moeizame Mexicaan met de Australiër in de taxi. De kosten kunnen ons niets meer schelen. We gaan de strijd niet meer aan om onderweg bij de cenote uit te stappen en reizen terug naar Valladolid.

We verbijten ons. De afgelopen weken hebben we ons omringd met zeer vriendelijke en eerlijke Mexicanen. In dit deel van Mexico voelen we ons absoluut veilig en welkom. We hebben ze nog niet op een oneerlijk moment kunnen betrappen. Voor een rit in een colectivo geldt dezelfde prijs voor ons als voor Mexicanen. Wanneer er een rij wordt gevormd, wacht iedereen eerlijk op zijn of haar beurt. We houden ons maar vast aan de gedachte dat deze uitzondering de regel bevestigt: ‘De meeste Mexicanen deugen’.

Lees meer
Foto van Juliët
Juliët
… is 32 jaar. Bewegingswetenschapper, klantenservicekoningin en gaat voorlopig door het leven als blogger. Reisde o.a. naar de Filipijnen, Cuba en Oeganda, en hoopt daar Costa Rica aan toe te voegen. Krijgt energie van een spannend boek lezen, afspreken met vrienden en tennissen. Zou wel eens een dag willen ruilen met Ireen Wüst. Kan ’s nachts wakker gemaakt worden voor een grandslamfinale. Kijkt graag sportwedstrijden van begin tot eind. Eet het liefst kaas. Hoopt nog eens oog in oog te duiken met een walvishaai. Denkt met veel plezier terug aan kantduiken op Bonaire.